De ijsbeer is een uitstekende zwemmer. Hij gebruikt zijn voorpoten om te peddelen, net zoals een hond. Zijn achterpoten legt hij plat en gebruikt hij als roer. Onderzoekers hebben ooit een ijsbeer negen dagen achter elkaar zien zwemmen. Een record!
“De ijsbeer is de koning van het ijs!”
De ijsbeer is een uitstekende zwemmer. Hij gebruikt zijn voorpoten om te peddelen, net zoals een hond. Zijn achterpoten legt hij plat en gebruikt hij als roer. Onderzoekers hebben ooit een ijsbeer negen dagen achter elkaar zien zwemmen. Een record!
Een ijsbeer moet hard over het ijs rennen om zijn prooi te vangen. Toch zie je hem niet snel uitglijden. Dat komt omdat er zelfs aan de onderkant van zijn poten haartjes groeien. Die zorgen ervoor dat zijn poten meer grip hebben. De haartjes zijn trouwens ook lekker warm: net sokken!
Rennen kost een ijsbeer superveel energie. Daarom jaagt hij liever op andere manieren. Zo wacht hij urenlang boven ijsgaten op zeehondjes die komen ademhalen. Als het nietsvermoedende beestje een luchtje komt happen, wordt hij in één klap – PATS! – ijsberen ontbijt…
Een ijsbeer heeft geen natuurlijke vijanden. Toch gaat het de laatste jaren heel slecht met hem. De aarde wordt steeds warmer, waardoor het ijs smelt. Jagen of sneeuwholen bouwen, lukt dan niet. Dat maakt het voor de ijsbeer moeilijk om te overleven.
Een winterslaap voor de ijsbeer? Ben je gek! De beer is juist dol op kou. Alleen een zwanger vrouwtje overwintert in een sneeuwhol. Daar kunnen haar jonkies veilig geboren worden. In de lente komt de hele familie pas naar buiten.