Zo lang als zijn naam is, zo kort is hij zelf. De roodoogmakikikker wordt nog geen tien centimeter lang. In het tropisch regenwoud is hij een opvallende verschijning met zijn felle kleuren. Die schrikken vijanden af. Ook weet hij zich goed te camoufleren. De kikker heeft een knipvlies, een derde ooglid. Dat is halfdoorzichtig en het heeft een streepjespatroon. Zo vallen hun ogen niet op als zij overdag op een blad rusten, maar kunnen ze roofdieren nog steeds in de gaten houden! En als hij ook nog zijn pootjes onder zich trekt, valt hij helemaal niet op als hij op een blad zit. Slim!