Dieren in Suriname
In mijn nieuwste special neem ik je mee op reis naar Zuid-Amerika. Het hele werelddeel is supergaaf, maar Suriname is toch wel echt één van mijn favoriete bestemmingen. Het wemelt er van de te gekke dieren. Wat dacht je van mijn lievelingsdier: een luiaard?
Freeks favoriet: een luiaard
“Als ik een dier zou mogen zijn, kies ik zeker voor een luiaard. Zelf ben ik best druk, maar van het kijken naar dit dier word ik zo ontspannen! Een luiaard hangt zo’n beetje zijn hele leven ondersteboven aan een tak. Dankzij zijn grote, kromme klauwen en lange nagels kost dat hangen hem geen kracht. Zo’n tien uur per dag slaapt hij op zijn kop in de boom. Dat is toch fantastisch?!”
Piranha
“In een Surinaamse rivier zwom ik rond tussen piranha’s. Deze vissen zijn altijd op zoek naar een lekker hapje. Gelukkig niet naar een stukje mensenvlees, hoor. Veel liever zetten ze hun scherpe tanden in een stukje fruit of dood dier dat in het water drijft. Alleen als er weinig eten is én het water in de rivier laag staat, vallen ze soms aan. Hongerrr!”
Ara
“Als ik op mijn boot vaar, hoor ik het gekrijs van ara’s boven mijn hoofd. Ze laten zo aan andere ara’s weten dat ze er zijn: ‘Wegwezen, dit is mijn terrein!’ Als een mannetje en vrouwtje elkaar gevonden hebben, blijven ze de rest van hun leven samen. En dat kan wel vijftig jaar zijn. Echte liefde!”
Sidderaal
“Na een druk dagje in de Surinaamse jungle ging ik nog even afkoelen in het water. Plotseling kreeg ik gezelschap van één van de gevaarlijkste vissen ter wereld: een sidderaal! Ik schrok, want deze kanjer kan uit verdediging elektrische schokken uitdelen. Maar hij gebruikt de stroom ook om een lekker visje op te sporen in het donkere water. Daarna verlamt hij hem met een schok. Gelukkig vond hij mijn geen lekker hapje en zwom hij weer verder!”
Dwergkaaiman
“In de bek van een dwergkaaiman zitten ongeveer vijftig vlijmscherpe tanden. Met zijn bek wagenwijd open, hangt hij half boven het water geduldig te wachten tot er een visje voorbij zwemt. Ziet hij er één, dan duikt hij naar voren en klapt hij zijn kaken razendsnel dicht. Hebbes!”
Ocelot
“Diep in de Surinaamse jungle zag ik een ocelot. Deze wilde kat wacht geduldig op een tak tot er een lekker hapje voorbijkomt. Met zijn superoren en -ogen spot hij zelfs een piepend muisje dat zich verstopt onder een struik. Langzaam sluipt hij dichterbij. Door zijn vacht is de ocelot bijna onzichtbaar tussen de takken en bladeren. Hij springt en… hap! Aan tafel!”
